Veelgestelde vragen
Inhoud:
- Van welke factoren is drift afhankelijk?
- Hoe hangen spuitdruk en druppelgrootte samen?
- Hoe hangt boomhoogte samen met een effectieve bespuiting
- Welke driftreductie moet ik aanhouden?
- Waarom neemt de driftreductieklasse van mijn doppen af bij hogere snelheid?
- Hoe zorg ik voor een effectieve bespuiting bij hogere snelheden?
- Hoe haal ik 90% driftreductie bij een snelheid van 12 km/uur?
- Wat kan ik verder doen om emissie te voorkomen?
- Waar kan ik informatie vinden over de spuitdop die ik heb?
- Welke druppelgrootte is het meest effectief voor mijn bespuiting?
- Waarom staan sommige spuitdoppen wel als 90% driftreducerend op de TCT doppenlijst en krijg ik ze niet te zien in 'uw resultaten' op spuitdoppenkeuze.nl?
- hoge windsnelheid,
- hoge spuitdruk,
- kleine druppelgrootte,
- hoge rijsnelheid,
- grotere boomhoogte,
- grotere opafstand/tophoek,
- rijden zonder drift-reducerende spuittechniek
Van welke factoren is drift afhankelijk?
Drift (=verwaaiing van spuitvloeistof) is afhankelijk van een hoop factoren. Meer drift is te verwachten bij:
Voor meer uitleg, zie het filmpje over doppenkeuze.
Hoe hangen spuitdruk en druppelgrootte samen?
De spuitdruk wordt bepaald door rijsnelheid, gewenste afgifte, dopafstand en dopgrootte. Een hogere snelheid of een grotere waterhoeveelheid per hectare, vergroot de afgifte. Bij een kleine dop leidt dat tot een hoge spuitdruk. Bij een grotere dop, is de spuitdruk lager. De ideale spuitdruk ligt voor gewone spleetdoppen tussen 1,5 en 4 bar. Neem zo nodig een grotere dop om de spuitdruk te verlagen.
De spuitdruk gecombineerd met het type dop bepaalt de druppelgrootte. Zo geven driftarme doppen meer grove druppels, die minder snel verwaaien.
Hoe hangt boomhoogte samen met een effectieve bespuiting?
Spuitdoppen, tophoek en bedekking worden getest bij een boomhoogte van 50 cm. Door de spuitboom hoger dan 50 cm boven het gewas te plaatsen ontstaat er meer drift en verslechterd de bedekking. Voor conventionele veldspuiten wordt de beste bedekking verkregen wanneer de spuitboom op maximaal 50 cm boven het gewas houdt.
- Investeren in luchtondersteuning, waar nodig gecombineerd met driftarme dop en altijd met de juiste afstelling (op kale grond of klein gewas met minder lucht spuiten!).
- Investeren in een Wingssprayer, die ook bij hogere snelheden en op kale grond en kleine gewassen >95% (99%) driftvermindering geeft.
- Uw spuit zo aan passen dat de boomhoogte naar 30 cm boven het gewas kan. U moet hiervoor de spuitdoppen om de 25 cm zetten voor een goede bedekking. Uit onderzoek blijkt dat door de meeste gewassen prima zonder schade te rijden is met een boomhoogte van 30 cm boven het gewas. Hiermee vermindert de drift aanzienlijk en neemt de effectiviteit van de bespuiting dus toe. De Wingssprayer gebruikt standaard een dopafstand van 25 cm.
- een dop van een hogere driftreductieklasse: om 90% driftreductie te halen, gaat u met een 95%- dop rijden
- een dop uit de 90%-driftreductieklasse , maar dan aanpassing boomhoogte/dopafstand naar 30/25 cm
- een combi van een dop uit lagere driftreductieklasse met luchtondersteuning (dus 75% + Hardi Twin geeft ook 90%)
- een Wingssprayer die u standaard combineert met 015, 020 of 025 doppen
Welke driftreductie moet ik aanhouden?
Om drift van gewasbeschermingsmiddelen naar de sloot te voorkomen, moet u in de 14 meter zone langs oppervlaktewater spuiten met tenminste 50% driftarme doppen en een driftarme kantdop. Daarbij is uitgegaan van een spuitboomhoogte van maximaal 50 cm boven het gewas en een maximale windsnelheid van 5 m/s op spuitboomhoogte.
Voor een aantal middelen geldt een extra driftreductie-eis (75, 90 of 95%). U vindt dat op het etiket van het middel.
Vanaf 2016 bent u verplicht op het hele perceel 75% driftreductie toe te passen (in plaats van 50% in de 14 meter zone). Deze maatregel uit de tweede Nota Duurzame Gewasbescherming moet de waterkwaliteit, omwonenden en niet-doelwit organismen beter beschermen.
Voorkomen van emissie is belangrijk voor het milieu, maar ook voor het behoud van een effectief middelenpakket. Normoverschrijdingen kunnen namelijk tot gevolg hebben dat een middel gebruiksrestricties krijgt of zelfs verboden wordt.
Waarom neemt de driftreductieklasse van mijn doppen af bij hogere snelheid?
Een hogere snelheid met gelijke watergift, geeft een hogere spuitdruk en dus flink meer drift.
Bij een hogere snelheid, past u daarom doorgaans de waterhoeveelheid aan of kiest u voor grotere doppen. Zo blijft de spuitdruk gelijk. Dat betekent helaas niet dat het driftpercentage ook gelijk blijft. Onderzoek laat zien dat de drift bij gelijkblijvende druk toch toeneemt met een oplopende snelheid.
Bedenk daarom steeds dat (driftarme) spuitdoppen in Nederland getest worden voor snelheden van 3-9 km/uur. De verwachting is dat bij een snelheid van bijvoorbeeld 12 km/uur, de driftreductie met een klasse afneemt. Een 75% driftreducerende dop valt dan in de 50% driftreductieklasse. Dit is verwerkt in de resultaten van de spuitdoppen-app.
Hoe zorg ik voor een effectieve bespuiting bij hogere snelheden?
De beste resultaten kunt u verwachten bij rijsnelheden tot 9 km/uur. Moet u als loonwerker of teler toch grote arealen op tijd bespuiten? Kies er dan voor te:
Hoe haal ik 90% driftreductie bij een snelheid van 12 km/uur?
In Nederland worden driftarme doppen alleen officieel getest en goedgekeurd bij 3-9 km/uur. Is harder rijden echt noodzakelijk? Dan is ons praktijk-advies om bij een snelheid boven de 9 km/uur te kiezen voor:
Wat kan ik verder doen om emissie te voorkomen?
Op www.toolboxwater.nl vindt u 15 kaarten met praktische adviezen om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater te verminderen. U vindt er heldere uitleg over het Activiteitenbesluit; opties voor emissiereducerende technieken in verschillende teelten; en alles over erfemissie.
Waar kan ik informatie vinden over de spuitdop die ik heb?
Als u zoekt naar één specifieke spuitdop die u gebruikt, kunt u gebruik maken van de knop 'Info over Spuitdop'. Onder deze knop vind u informatie over uw dop, gerelateerd aan de ingevoerde rij-omstandigheden.
Welke druppelgrootte is het meest effectief voor mijn bespuiting?
De keus voor een bepaalde druppelgrootte heeft te maken met het soort gewasbeschermingsmiddel dat u wilt spuiten en het oppervlak waarop u spuit (kale grond of gewas). De dopkeuze bepaalt de gewenste druppelgrootte. Neem bij fijne druppels extra maatregelen (bv. luchtondersteuning, wingssprayer e.d.). Grove druppels zijn zwaarder en minder gevoelig voor verwaaiing (drift) dan fijne druppels. De rijsnelheid speelt ook een rol in de hoeveelheid drift.
Contactfungiciden
Het bespuiten met contactfungiciden is met grove druppels net zo effectief als met zeer fijne druppels, mits de verdeling op het blad goed is. Dauwvorming zorgt er namelijk voor dat het blad nat wordt en dat de werkzame stof opnieuw verdeeld wordt.
Uitzondering vormt de bespuiting van ui met contactfungiciden: door de vorm van het plantje is daar een fijnere druppel nodig voor een goede bedekking.
Systemische fungiciden
Bespuiting met grove druppels is bij systemische fungiciden goed mogelijk. Aangezien het doel is om een optimale opname in de sapstroom te hebben, is de bedekking van het gewas minder van belang. Grove druppels nemen relatief veel oppervlakte en drogen minder snel op dan kleine druppels. De kans dat het middel wordt opgenomen is dus groter bij grove druppels.
Insecticiden
Insecticiden kunnen ook met grove druppel worden verspoten. Insecten zijn over het algemeen mobiel en komen dus vanzelf in aanraking met het verspoten middel. Bij synthetische pyrethroïden is een wat fijnere druppel gewenst, deze middelen zijn namelijk niet systemisch en herverdelen zich ook niet.
Contactherbiciden
Contactherbiciden worden het best verspoten met een fijnere drupel. Als (zeer) grote druppels (>500µm) met grote snelheid op de plant af komen, zorgt dit ervoor dat de druppels eraf ketsen of rollen. Er blijft minder middel achter op het onkruid, waardoor de werking af kan nemen. Werk bij voorkeur met fijnere druppels. Nadeel hiervan is dat er meer drift ontstaat. Dit kunt u voorkomen door te werken met een emissiereducerende techniek (luchtondersteuning, Wingsprayer).
Bodemherbiciden
Bodemherbiciden verspreiden zich na toepassing met het bodemvocht in de bodem.U kunt het beste spuiten met een grove drupel, want deze is minder windgevoelig. Mocht u liever met een fijne drupel willen spuiten, dan kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van een wingssprayer.
Waarom staan sommige spuitdoppen wel als 90% driftreducerend op de TCT doppenlijst en krijg ik ze niet te zien in 'uw resultaten' op spuitdoppenkeuze.nl?
De doppen op de TCT doppenlijst (te vinden op: www.helpdeskwater.nl) zijn getest onder specifieke omstandigheden: snelheid tussen de 3-9 km/uur en met een bepaalde druk. Bij een hogere spuitdruk of snelheid geven ze niet de gewenste driftreductie van 90%. Als u dus een hoger waterverbruik per hectare of een hogere snelheid invoert verschijnt de dop bij u niet in 'uw resultaten' op www.spuitdoppenkeuze.nl